Kranslegging 358 jaar Korps Mariniers

Toespraken:
In zijn toespraak nam de Korpscommandant Moerman de aanwezigen mee in het verhaal van twee jonge mariniers die zijn gesneuveld in dienst van de Prinses Irenebrigade tijdens de Tweede Wereldoorlog in 1944. De krijgsmacht-aalmoezenier benadrukte dat de herinneringen aan de overledenen deze dag en dit moment persoonlijk maakten omdat ieder mens met zijn naam en levensverhaal er toe doet en het weer betekenis geeft aan ons leven.

Kranslegging:
Na de toespraken werden kransen gelegd door de burgemeester van Rotterdam, de Commandant van het Korps mariniers en de Korpsadjudant, de voorzitters van het Contact Oud en actief dienende Mariniers en de Vereniging van Officieren der mariniers ‘Willem Joseph baron Van Ghent. Dit jaar werd ook een krans gelegd door de UK Royal Navy Liaison Officer namens de Royal Marines ter gelegenheid van 50 jaar United Kingdom/Netherlands Amphibious Force. Een gewapende wacht van het Korps Mariniers, bestaande uit een Vaandelwacht, twee gewapende troops, de Marinierskapel der Koninklijke Marine en de Tamboers en Pijpers van het Korps Mariniers, verzorgden het ceremonieel. De herdenking werd bijgewoond door afgevaardigden van actief dienende en oud-mariniers, veteranen en de burgers van Rotterdam.

Monument Oostplein:
In 1963 werd het door beeldhouwer Titus Leeser gemaakte bronzen herinneringsmonument voor de gevallen mariniers op het Oostplein onthuld. Dit ter nagedachtenis aan de meidagen van 1940. De mariniers verdedigden toen met succes de Maasbruggen, een belangrijke verbinding tussen het zuiden van de stad, waar het Duitse offensief begon, en het centrum. Tussen 1823 en 1940 was de kazerne van de Rotterdamse mariniers gevestigd aan het Oostplein in het voormalig Arsenaal van de Admiraliteit van Rotterdam.

Bijzonder moment:
De marinier die destijds model stond voor het beeld, adjudant van de mariniers b.d. Ben Schierboom (90), overhandigde vandaag het speciaal voor hem door Titus Leeser gemaakte miniatuurbeeldje aan de Korpscommandant, die het miniatuurbeeld vervolgens overhandigde aan de directeur van het Mariniersmuseum zodat het daar tentoongesteld kan worden.”